Wooncirkel Oost

'We moeten ook zorgen voor begrip voor elkaar'

‘Een wooncirkel vergroot de draagkracht van een buurt’

Aan de Zeeburgerdijk in Oost staat het Instroomhuis van het Leger des Heils. Dit is uitermate geschikt om als kern van een Wooncirkel te functioneren. De locatie heeft al een inloopfunctie en de medewerkers zijn buurtgericht. Het is eigenlijk niet meer dan logisch dat meer zorgaanbieders de meerwaarde van het Instroomhuis benutten voor hun waakvlam- en ambulante cliënten in de buurt.

In februari 2020 heeft het Instroomhuis de functie als kern van een wooncirkel omarmd. Bob Kloet is er teamleider. In december 2019 kreeg hij de vraag of het Instroomhuis omgevormd kon worden tot de kern van een wooncirkel.

Bob: “We doen namelijk al veel dingen waarvoor een wooncirkel bedoeld is: we hebben goede contacten met de buurt, we hebben hier veel woningen voor begeleid wonen en we staan klaar voor bewoners van omslagwoningen. Ook fungeren we als achterwacht in de nacht voor een voorziening van Stichting Timon. In het Instroomhuis zelf wonen 50 mensen en we zijn 24/7 open.”

Inloop

De inloop op maandag tot en met vrijdag tussen 10 en 3 uur is vanwege de corona-maatregelen in april dichtgegaan, maar staat tijdens het interview [eind juli 2020 – red.] op het punt om weer open te gaan. “We beantwoorden allerhande praktische vragen die over wonen gaan.”


Deze functie zal blijven, alleen vraagt Bob zich af hoe dat straks zal gaan. “Gelijk aan de ontwikkeling van de wooncirkel wordt er namelijk gewerkt aan wijkteams. Die zijn daar óók voor. Ik weet niet hoe het daar nu mee staat, vanwege de corona-maatregelen. Maar het lijkt me het meest logisch dat we gaan samenwerken.”

Achtervang

De wooncirkel speelt in op een sterke behoefte in de buurt. “Het is een van onze doelen om het makkelijker te maken voor kwetsbare mensen om weer zelfstandig te gaan wonen”, aldus Mark Spaargaren, Business Unit Manager 24 uurs Volwassenen bij het Leger des Heils. “Wij zijn er om op terug te vallen; zij kunnen hier altijd naar binnen lopen.”

Wat een wooncirkel tot wooncirkel maakt

In feite heeft er dus weinig hoeven gebeuren om in Oost een wooncirkel te realiseren. Wat is dan eigenlijk het verschil tussen de bestaande situatie tot februari en het concept van een wooncirkel? Mark: “In mijn optiek begint een wooncirkel ermee dat je je verantwoordelijkheid breder ziet dan wat er binnen je eigen muren gebeurt. Op deze plek is dat veel makkelijker waar te maken dan op een locatie waar je van vooraf aan moet beginnen. Het Instroomhuis zit hier nu elf jaar en de buurt is er vanaf het begin nauw bij betrokken. De buurt is heel actief; veel mensen doen vrijwilligerswerk. Ze helpen bijvoorbeeld bij onze maaltijden.”

Samenwerking

Mark ziet de wooncirkel graag breder. “Dat bijvoorbeeld cliënten van HVO-Querido of de Volksbond hier in de buurt komen wonen en van onze voorzieningen gebruikmaken. En andersom, dat in andere buurten onze cliënten gebruik kunnen maken van voorzieningen van andere maatschappelijke organisaties.”


Het ideaal van Mark is dat elke buurt een kern heeft met een cirkel eromheen. “Dat is de volgende stap in de samenwerking. Maar daarvoor moet eerst goed in beeld gebracht worden wat er nu door de hele stad al aan voorzieningen is.”

Stand van zaken

De wooncirkel in Oost heeft al stevig fundament, maar er valt nog wat werk te verzetten. Vooral op het vlak van de samenwerking, volgens Bob. En op het vlak van bekendheid. “We moeten veel meer naar buiten brengen dat we hier zitten en waarvoor mensen hier terecht kunnen. Wellicht dat de wijkteams daar een rol in kunnen spelen.”


Mark vult aan: “Het zou mooi zijn als ook de ambulante teams van HVO-Querido, Cordaan en andere zorgaanbieders aan hun klanten vertellen over deze wooncirkel. Dat iedereen altijd welkom is en zo naar binnen kan lopen. Vaak is er koudwatervrees: wat als de toeloop dan veel groter is dan we aankunnen? Maar ik denk dat we daar niet bang voor hoeven te zijn. En stel dat de toeloop wel heel groot wordt, dan gaan we een ander gesprek aan, over wat er dan nodig is.”

Verhuizen

De verhuizing van het Instroomhuis komt ter sprake. Het pand naast het huidige gaat tegen de vlakte en daar komt nieuwbouw voor in de plaats. “Als we naar de nieuwbouw zijn verhuisd, kunnen we nog beter rekening houden met verschillende behoeften”, ziet Bob als voordeel. “We hebben te maken met eigen, tijdelijke bewoners en met buurtbewoners die we graag welkom heten. Soms kan dat samen, soms is het beter om dat gescheiden te houden. In de nieuwbouw hebben we de ruimte voor een rustige inloop, en een afzonderlijke, eigen plek voor onze bewoners.”


Mark: “Verschillende diensten naast elkaar faciliteren heeft als voordeel dat de zorgverleners heel makkelijk met elkaar kunnen schakelen en kunnen bijspringen indien nodig.”

'Vaak is er koudwatervrees'

Toegevoegde waarde voor de buurt

Tot slot de vraag hoe de buurt sterker wordt van een wooncirkel. Daar heeft Mark een duidelijk antwoord op: “Door de ambulantisering wonen steeds meer mensen die hulp nodig hebben zelfstandig. Een goede en nodige ontwikkeling, maar de impact ervan op een wijk en de buren wordt soms onderschat. Niemand vraagt buurtbewoners: wat vindt u ervan dat 50 procent van alle mensen die hulp nodig hebben niet meer in een kliniek, maar bij u in de buurt komt wonen? Buren ervaren soms overlast waarvoor ze niet direct de politie willen bellen. Maar hoe ga je om met een man die de hele nacht op zijn balkon staat te schreeuwen? Of met iemand die altijd zijn vuilnis voor de deur zet? We willen nauw samenwerken met corporaties aan de leefbaarheid, de draagkracht in de wijk.”


En dan zegt Mark iets heel belangrijks, wat wellicht de kern raakt van waar het bij een wooncirkel om draait: “In mijn optiek verhoogt het overheidsbeleid de draaglast van een wijk. Een wooncirkel vergroot de draagkracht. Omdat je ook de reguliere buurtbewoners steunt in het buur-zijn van mensen met een beperking.”


Met andere woorden: een wooncirkel is er niet alleen voor buurtbewoners die zorg nodig hebben, maar ook voor hun buren die zich zorgen over hen maken. Bij een wooncirkel kunnen zij terecht voor hulp en advies. Of om alleen maar even hun gevoelens te ventileren.


“Wij moeten ook zorgen voor begrip voor elkaar”, besluit Bob.

Tips van Bob en Mark voor het opstarten van een wooncirkel

  • Kijk wat past in een buurt:
    • Wat heb je aan vastgoedfaciliteiten?
    • Kan de buurt het rumoer dat een kern met zich meebrengt aan?
    • Wat is de vraag vanuit de buurt?
  • Breng in kaart waar welke maatschappelijke instellingen actief zijn in de buurt en met wat voorzieningen.
  • Ga zo vroeg mogelijk in het proces met andere partijen rond de tafel.
  • Zorg voor korte lijnen.