Veerkracht in het corporatiebezit

Corporatie: wees een schakel in signaleren kwetsbaarheid

Het onderzoeksrapport van RIGO gaat over een brede groep huurders. In dit onderzoek wordt onder kwetsbare groepen, groepen verstaan die sociaaleconomisch (zeer laag inkomen, bijstandsafhankelijk) en/of door gezondheidsproblematiek (zowel psychisch als lichamelijk) een verminderde zelfredzaamheid hebben.

Tijdens het symposium richtten we ons met name op twee specifieke groepen: de groep die uitstroomt uit de maatschappelijke opvang (GGZ) en de groep die nog niet in beeld is van zorginstanties, maar mogelijk wel kwetsbaar is. Daarover gingen Cornel Vader van Leger des Heils, Jacobine Geel van GGZ Nederland, Adriaan Vonk van Aedes en Hans Adriani, VNG gingen met elkaar in debat.

Jacobine Geel, voorzitter van GGZ Nederland geeft aan dat die laatste groep vaak wat geneigd is zorg te mijden. Corporaties komen makkelijker in contact met deze groep dan zorgaanbieders. Zij vormen een belangrijke schakel als het gaat om signaleren van kwetsbaarheid. Daar ligt dus een belangrijke kans voor samenwerking. Die moet je ook regionaal aanjagen, op dat niveau moeten mensen elkaar kennen. Mensen die niet in beeld zijn, vormen een risico.

Geef gemeenten een regierol en regel de financiering van de collectieve voorzieningen

Hans Adriani, wethouder te Nieuwegein en actief bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten deelt de urgentie. Hij ziet dat veel mensen op vrijwillige basis in grijze gebieden ‘tussen de organisaties’ aan de slag gaan en dat is hoopgevend. Veel partijen kijken naar de gemeenten. Dat is logisch maar gemeenten gaan er niet altijd over. De VNG pleit voor het maken van prestatieafspraken voor wonen, welzijn én zorg. Daar zit dan wel een praktisch punt dat gemeenten met bijvoorbeeld 3 corporaties en 165 zorgaanbieders te maken hebben. De VNG adviseert om ook de zorgverzekeraar en het zorgkantoor aan tafel te hebben bij het maken van die prestatieafspraken. Zij financieren immers een groot deel van de zorg. Daar is een wettelijk kader voor nodig. Verder wijst hij erop dat de financiering voor de collectieve voorzieningen nog niet is geregeld, zoals een ontmoetingsruimte. Verder vindt Adriani dat er psychiaters in de wijk nodig zijn, maar dat hij dat als wethouder wel kan willen, maar er niet over gaat. Dus, zijn advies aan de landelijke overheid: organiseer de financiering van de collectiviteit en geef gemeenten een wettelijke basis om die regierol te pakken.

We zijn van het wonen, niet  alleen van de woning

Ook Aedes wil die prestatieafspraken steunen, geeft Adriaan Vonk, manager Sectorontwikkeling & Professionalsiering bij Aedes aan. Leg op tafel wat er speelt en spreek samen af wat we te doen hebben. Vonk ziet veel in het werken met het praktische instrument ‘Beeldkwaliteit’, waarmee corporaties op uniforme wijze de kwaliteit van het corporatiebezit kan meten, monitoren, beheren en verbeteren. Dat instrument leidt tot een nieuw gesprek tussen corporatie en de bewoner. Zo zorg je ervoor dat die samenwerking een stap verder gaat. Vonk wijst ook op de Woonzorgwijzer, een instrument waar op een laag geografisch schaalniveau inzichtelijk wordt gemaakt waar mensen met een bepaalde aandoening wonen en welke beperkingen zij mogelijk ervaren https://woonzorgwijzer.info/ In Delft blijkt bijvoorbeeld dat er in het gebied van de universiteit meer psychische zorg nodig is. Dan weet je dat je daar aan de slag moet. De ene corporatie gaat verder dan de andere. Je ziet het wel verschuiven. We zijn veel meer van het wonen geworden, en niet alleen maar van de woning.

Contact maken

Cornel Vader van het Leger des Heils wordt gevraagd waarom het Leger des Heils vaak als betrouwbare partner wordt gezien. Hij geeft aan dat het Leger des Heils een landelijke organisatie is, en daarvoor veel ervaring en expertise heeft. Daarbij hebben ze een sterke drijfveer om hun werk te doen. Daardoor is hij ook niet bang om soms impopulaire maatregelen te nemen. Hij geeft niet snel op, maar gaat langs de deuren en zet in om contact te maken, al is het door de brievenbus praten. Vader geeft aan dat we aan ‘wonen’ best voorwaarden mogen verbinden. Soms moeten we afspreken dat we gelegitimeerd achter de voordeur moeten mogen kijken. Hij vindt de geschiedenis van de corporaties met hun woonopzichters fascinerend en een goed voorbeeld. Het is belangrijk dat er oplettende mensen in de buurt zijn, buurthuizen waar mensen terecht kunnen als ze geen eigen vangnet hebben. Mensen kunnen anders geïsoleerd raken. Er moet een plek zijn waar je terecht kunt en waar mensen een oogje in het zeil houden. In Amsterdam zijn er plekken in de buurt die in samenwerking met het Leger des Heils zijn ontstaan. Volgens Vader een goede ontwikkeling dat er meer plekken als deze komen.

Praktijkvoorbeelden uit de zaal

Vroegtijdige signalering vinden alle sprekers belangrijk. Uit de zaal worden voorbeelden opgehaald. Bij corporatie Vivare in Arnhem bezoeken wijkbeheerders actief huurders, om hen te leren kennen en zo in contact konden komen. Aangegeven wordt dat het dan wel belangrijk is om te weten bij wie je je signalen kunt melden

.

Een medewerker van Ymere vertelt dat hun wijkbeheerders kennismakingsgesprekken voeren met huurders. Zo kunnen zij ook al veel signaleren. Het is een laagdrempelige manier om voorzieningen aan te bieden of door te kunnen verwijzen.


Bij Portaal zien ze ook kansen voor vroegsignalering bij renovaties, want tijdens de renovatie begeleiden ze de bewoners. Bijvoorbeeld een eenzame oudere dame die moeilijk ter been is, met het uitvoeren van de werkzaamheden wordt hier rekening mee gehouden.


Corporatie Talis uit Nijmegen heeft weer andere voorbeelden. Zij bellen random aan bij mensen en verrassen hen met wat lekkers. En ze zetten huurders die veel draagkracht hebben in voor een ander. “We doen aan Belletje lellen 2.0”https://www.talis.nl/over-talis/nieuwsoverzicht/nieuwsberichten-tonen-op-pagina/belletje-lellen-2.0.htm. En ze organiseren pizzaparticipatieparties.


'We zijn van het wonen, niet alleen van de woning'