De Brandaris: bewoners Fred Hellinga en Hella Berk

Een voorbeeld van integratie

In 1968 kwam Fred Fellinga als 3-jarig jochie in de Brandaris wonen. In een geheel nieuwe Zaanse wijk: Peldersveld. Zijn eerste herinneringen zijn aan zand. “Heel veel zand.”

Fred weet nog dat zijn vader en moeder en veel andere flatbewoners in het begin met witte bouwhelmen liepen. “Aan het andere uiteinde van de flat waren ze de Brandaris nog aan het bouwen. Niet dat een helm veel helpt als je iets op je hoofd krijgt dat van 9 hoog naar beneden valt, maar toch.”

Kleuter- en lagere school

Als peuter en kleuter heeft Fred veel in het zand gespeeld. “Er woonden hier veel jonge gezinnen. Dus er waren veel kinderen van mijn leeftijd. Kleuterschool ’t Jolletje zat hier voor de deur. De lagere school, die er inmiddels ook niet meer staat, stond tussen de Brandaris en Pharus. Dat is de flat hiernaast. Op de plek van de school staan tegenwoordig winkels.”

Hangplek

Als puber was Fred vaak in het nieuwe wijkgebouw te vinden. Dat stond ook tussen de Brandaris en Pharus. “Het begrip ‘wijkgebouw’ kwam in de jaren 80 overgewaaid uit Amsterdam. Daar kregen wij onze hangplek. Ik heb er nogal wat tijd doorgebracht.”

Baldadig

Kattenkwaad was Fred en zijn vrienden niet vreemd. “Soms lukte het ons om een sleutel te ‘lenen’ van de huismeester. Daarmee konden we in de liftruimtes komen. Elektronica was mijn hobby, dus het was voor ons ontzettend leuk om vanuit die ruimte de lift te bedienen.”

Terug naar de Brandaris

Op zijn 21e vloog Fred uit om te gaan samenwonen met zijn toenmalige vriendin. “Lang verhaal kort: een kleine 3 jaar later was ik weer vrijgezel en kreeg ik de kans om terug te keren in de Brandaris, op 3 hoog. Een halve woning was dat.


Iets later verhuisde ik op dezelfde verdieping naar een hele woning. In die tijd kwam mijn huidige vrouw Hella in mijn leven.”

'Er woonden hier veel jonge gezinnen, dus veel kinderen van mijn leeftijd'

Dik pak sneeuw

“Tot 2010 hebben we op 3 hoog gewoond”, vult Freds vrouw Hella Berk aan. “In 2010 zijn we naar de 12e verhuisd. Met een uitzicht waar ik verliefd op ben.”


“We verhuisden in december”, aldus Fred. “Ik heb geloof ik zo’n 35 keer met een winkelwagentje in de lift gestaan van 3 naar 12 hoog. En nog nooit had er zo’n enorm pak sneeuw op de galerijen gelegen. Had ik weer.”

Paasontbijt

Fred en Hella zijn niet alleen positief over hun appartement en het uitzicht, maar ook over hun mede-flatbewoners. Hella: “We komen niet bij elkaar over de vloer, maar hier op de galerij kennen we elkaar allemaal. Toen ik eens met Pasen in het ziekenhuis lag, kwam de buurvrouw met een paasontbijt langs.


En weet je nog, Fred, dat ze water achter ons aangooiden toen we met de auto op vakantie gingen? Dat is een Turks gebruik bij een afscheid.” Het idee daarachter: je gaat weg, maar komt weer terug, zoals ook water vloeit.

Trots op multiculturele flat

Fred is trots op zijn flat: “Er wonen hier tientallen nationaliteiten door elkaar en dat geeft nooit problemen. Af en toe worden wij uitgenodigd. Dan is er een broer van opa op bezoek, die zij al 20 jaar niet gezien hebben. Zo warm, allemaal. De Brandaris is een voorbeeld van integratie.”

Fred is de zoon van mevrouw Capelle. Lees ook: Mevrouw Capelle: “We moesten het doen met drie noodwinkels en de SRV-man”

Ook een bijzonder verhaal? Mail ons.

ik herinner

me vooral

heel veel

zand'