Slotermeer door de ogen van een journalist in 1940
Een weidse naam voor een weids ontwerp
‘Een tuinstad, met woningen voor 40.000 mensen, gebouwd volgens de nieuwste principes. Met eigen sportvelden, eigen parkaanleg, grenzend aan een vriendelijk meer met jachthaven en een strandbad. Een tuinstad wel te verstaan, voor arbeiders.’
Het Haarlem’s Dagblad van 7 december 1940 schrijft enthousiast over de eerste uitwerking van het Algemeen Uitbreidingsplan van 1935. Het gaat over Slotermeer. Waarvan de Van Deysselbuurt deel uitmaakt.
Stoute droom
‘Het is nu nog een stoute droom’, zo gaat het dagblad verder (in modern Nederlands hertaald). ‘Maar die kan verwezenlijkt worden zodra er weer hout, steen en ijzer zijn voor niet-noodzakelijke werken.
Tuinstad Slotermeer. Een weidse naam. Maar ook een weids plan, dat die naam volop verdient. En zeiden we zojuist dat het een niet-noodzakelijk plan is, dan moet men dat niet verkeerd begrijpen. Want de stichting van deze tuinstad is, strikt gezien, zéér noodzakelijk.
Sloppen
Het is het noodlot van iedere grote stad, dat het ontstaan van „sloppen” onherroepelijk samengaat met de groei ervan.
Sloppen zijn niet alleen de stegen waar nooit de zon binnendringt, waar nauwelijks enige of geen bestrating is en waar huis- en straatvuil alleen verwijderd worden langs de natuurlijke weg: doordat de grond het opneemt.
'Sloppen zijn troosteloze, boomloze, tuinloze, vreugdeloze en eindeloze straten'
Smog
Sloppen zijn ook de troosteloze, boomloze, tuinloze, vreugdeloze en eindeloze straten waar honderdduizenden arbeiders wonen, in een zogenaamde „economische” bouw met een minimum aan bouwgrond voor een maximum aan bevolkingsdichtheid.
Amsterdam heeft kilometers en kilometers van zulke straten. Misschien hadden ze ooit iets vrolijks, toen de kalk er nog nat was en de stenen vers. Maar dat moet lang geleden zijn. Nu heeft de grote-stadsrook er huizen, vensters, straten en de enkele armetierige boom grauw beroet.
Eerste stap
Tuindorp Oostzaan was een eerste stap in de goede richting. Want een goede richting is het als licht en lucht en zon ook volop beschikbaar komen voor arbeidersgezinnen en arbeiderskinderen.
Maar Tuindorp Oostzaan ligt ver uit de buurt en is moeilijk te bereiken. En vergeleken met de enorme behoefte aan goede woningen, is het natuurlijk veel te klein. En daarom is het niet overdreven om te zeggen dat de stichting van Tuinstad Slotermeer dringend nodig is.
Droogmakerij
Een van de merkwaardigste kanten van het plan is wel de herschepping van een oude droogmakerij in een meer! De Sloterplas komt te liggen in de Sloterdijkermeerpolder. Dat is een oude droogmakerij, die een paar eeuwen geleden op Hollands erfvijand, het water, veroverd is. En die zal men nu weer laten vollopen.
de droog-
makerij:
'het Slooter-
Meer Bedyckt'
Gevarieerd silhouet
De tuinstad krijgt een bijzondere gevarieerd silhouet. Vlak bij de noordoever van het meer komen enkele stroken met zeer hoge gebouwen, met niet minder dan twaalf woonlagen.
De eengezinswoningen zullen hier scherp mee contrasteren. Laag van bouw, met veel licht, veel groen, veel lucht. Er komen huisjes voor ouden van dagen, er is gerekend op winkels en op de stichting van kleine bedrijfjes. Kortom, het wordt een stad op zichzelf.
Ontspanningsgebied
Acht grote sportvelden zijn erbij ontworpen, dat is meer dan alleen voor deze tuinstad zelf nodig is. Maar Slotermeer wordt dan ook belangrijk als ontspanningsgebied voor heel West-Amsterdam. Het strandbad, de jachthavens, het park; die zullen allemaal een grote aantrekkingskracht hebben op de bewoners van heel West.
En zo zal zich de merkwaardige situatie voordoen, dat deze nieuwe wijken niet zozeer op de stad georiënteerd zullen zijn, als wel dat de stad zich zal oriënteren op deze nieuwe wijken.’
Tien jaar
Vanwege de Tweede Wereldoorlog werd de bouw van Slotermeer met meer dan 10 jaar vertraagd. De eerste paal werd geslagen op 1 december 1951.
Aanleg Tuinstad Slotermeer, filmbeelden 1949
'Als licht en lucht volop beschikbaar komen'
Het langwerpige 'Slooter Meer Bedyckt' tussen Slooten en Slooterdyck
kaart van het Hoogheemraadschap van Rijnland uit 1746