'Elke hulpverlener, elke professional kent wel iemand met een onveilig thuis.'

Verdreven

Verdreven

Anne woont in Amsterdam Zuid, in een kleine huurwoning. Ze zit op de begane grond en heeft een tuintje. Het is er rustig en ze woont mooi. Maar Anne is ook verslaafd aan drugs. In dat circuit leert ze haar vriend kennen, Roy.

Roy kan geen woning vinden. Door het woningtekort zijn de huurprijzen torenhoog en de wachtlijsten lang. Daarom trekt Roy bij Anne in. Maar hij komt niet alleen. Zijn kennissen, medegebruikers, kleine criminelen, na verloop van tijd komen ze allemaal mee. Roy brengt ook andere vrouwen mee naar huis. Anne voelt zich niet meer thuis in haar eigen huis. Ze wil rust en privacy.


Anne raakt langzamerhand de controle kwijt en voelt zich steeds onveiliger. Ook zet Roy haar onder druk, om hem als medehuurder op te voeren bij de woningcorporatie. De woning staat nu ook op Roys naam. Het wordt Anne teveel, ze besluit haar eigen huis te ontvluchten. Nu heeft ze geen dak meer boven haar hoofd. Op papier heeft ze nog woning, maar in de praktijk leeft ze op straat. Uit angst voor Roy durft ze haar huis niet terug te eisen.