'Elke hulpverlener, elke professional kent wel iemand met een onveilig thuis.'
Een dak boven je hoofd is nooit gratis
Een dak boven je hoofd is nooit gratis
Mirjam groeit op in Amsterdam Nieuw-West. Daar woont ze samen met haar moeder. Als Mirjam 16 jaar is moet ze het huis van haar moeder verlaten. Ze staat op de wachtlijst voor begeleid wonen, daar is nog geen ruimte. Waar moet ze heen?
Haar vrienden bieden hulp. Ze zwerft van bank naar bank. Iedereen is aardig. In het begin dan. Maar na een paar dagen willen ze meer. Vooral de jongens en mannen die zich voordoen als haar vrienden. Ze verwachten dat zij seksuele handelingen uitvoert, in ruil voor onderdak. Huisvesting is niet gratis.
Het lukt Mirjam om haar school af te maken. Ze verlaat de middelbare school met een diploma op zak. Ze start zelfs een vervolgopleiding, maar na een paar maanden breekt ze die af. Het lukt haar niet om naar school te gaan én een dak boven haar hoofd te regelen. Ze heeft geen thuis en dat eist al haar aandacht en energie op. Haar toekomst wordt steeds somberder.
Mirjam glijdt langzaam af, naar de criminaliteit. Ze wil niet bij zogenaamde vrienden op de bank slapen. Dan liever illegaal onderhuren. Maar ook dan is de huur torenhoog. Dat kan ze niet betalen. Ze gaat werken bij illegale pokeravonden. Ook hier moet ze ongewenste intimiteiten accepteren. Ze verdient net genoeg geld om iets te kunnen onderhuren. Veilig is het nooit. Ze weet nooit hoe lang ze ergens mag blijven. Een paar dagen, een paar weken of een paar maanden?